Bor Toel I Algemeen Deel § 8

§ 8. Bedrijfseffecten, administratieve en bestuurlijke lasten

8.1. Omgevingsvergunning

In het kader van de totstandkoming van het wetsvoorstel Wabo is in 2006 onderzoek verricht naar de effecten van het wetsvoorstel op de administratieve en bestuurlijke lasten. In de memorie van toelichting (hoofdstuk 9) bij het wetsvoorstel is hierop uitgebreid ingegaan. Terug-dringing van de administratieve lasten werd met name verwacht door vermindering van het aantal aanvragen van een omgevingsvergunning en het uniformeren en digitaliseren van de indieningsvereisten. Uit dit onderzoek blijkt dat de administratieve lasten voor bedrijven in de huidige situatie ca. € 515 mln. bedragen en als gevolg van de Wabo met € 33,2 mln. per jaar (ofwel 6%) zullen afnemen. Voor burgers zullen de lasten dalen met € 3 mln. per jaar (ofwel 3 %) aan externe kosten en 9.000 uur (ofwel 5%) aan tijdsbesteding. In aanvulling op dit onderzoek is in 2008 onderzoek verricht naar de mogelijk aanvullende effecten van Bor, Mor en het Omgevingsloket online op de reductie van de administratieve lasten voor bedrijven en burgers. Hierbij is een herberekening gemaakt van de effecten van de omgevings-vergunning op de administratieve lasten. Voor bedrijven nemen de administratieve lasten af met circa € 63,4 miljoen (12%) van € 512,8 miljoen tot € 449,4 miljoen. In de bedrijfsprofielen Onderwijs (43%), Houtindustrie (34%) en Bouwmaterialenindustrie (34%) vindt de hoogste reductie. Voor burgers nemen de externe kosten met circa € 11,7 miljoen (11%) af van € 106,9 miljoen tot € 95,2 miljoen. De tijdsbesteding voor burgers neemt af met 15.000 uur van 178.600 tot circa 163.600 (8%). De voornaamste oorzaken voor de verschillen tussen het model uit 2006 en het model uit 2008 zijn: – Het aandeel van de indieningsvereisten dat vervalt is groter. In het oorspronkelijke onderzoek is een aanname gehanteerd met betrekking tot het aandeel van de indieningsvereisten dat vervalt. Op basis van Mor

1 Kamerstukken II 2007/08, 31 2000 VII, nr. 61.

blijkt dat een groter deel van de indieningsvereisten vervalt. Het niet hoeven aanleveren van deze gegevens leidt tot een reductie van de administratieve lasten.– Reeds bekende gegevens hoeven niet langer te worden ingediend. Indien een bouwvergunning een bestaand bouwwerk betreft, hoeft een deel van de indieningsvereisten niet langer te worden aangeleverd, omdat het bevoegde gezag deze gegevens reeds heeft. Het niet hoeven aanle-veren van deze gegevens leidt tot een reductie van de administratieve lasten.– Digitaal ingediende aanvragen hoeven niet langer te worden gekopieerd. Door het Omgevingsloket online is het niet langer nodig meerdere kopieën van de vergunningaanvraag in te dienen. Dit leidt tot een reductie op de tijd die nodig is voor het indienen van een vergunning-aanvraag.Beide bovengenoemde onderzoeken waren gebaseerd op de nulmeting AL bedrijven met als peiljaar 2002. Inmiddels is een nieuwe nulmeting AL bedrijven gedaan met als peildatum 1 maart 2007. Bij deze nulmeting is uitgegaan van enigszins andere uitgangspunten. Zo moest een interpreta-tieslag plaatsvinden om de externe kosten uit de nieuwe nulmeting te vertalen naar het handelingenniveau waarop de eerdere berekeningen waren gebaseerd. In het licht van de nieuwe nulmeting zijn de eerder gemaakte effectberekeningen voor bedrijven geactualiseerd. Uit de berekening blijkt dat de totale reductie voor bedrijven circa € 85 mln. per jaar (ofwel 21%) bedraagt. Daarenboven komt de reductie van de AL ten gevolge van de nieuwe regeling van vergunningvrij bouwen. Naar verwachting zal met die regeling het aantal licht-bouwvergunningplichtige en regulier bouwver-gunningplichtige bouwwerken met 57% in aantal verminderen. Op jaarbasis betekent dit dat er ongeveer 64.000 vergunningen per jaar minder aangevraagd hoeven te worden. Dit zal leiden tot een maximale reductie van structurele administratieve lasten van maximaal circa € 35 miljoen per jaar, waarvan € 20,5 miljoen per jaar voor bedrijven en € 14,8 miljoen per jaar voor burgers. Voor burgers geldt daarnaast nog een reductie van tijdsbesteding van 3.000 uur. Dit betekent dat de totale reductie van AL ten gevolge van Wabo, Bor, Mor, Omgevingsloket online en de nieuwe regeling voor vergunningvrij bouwen neerkomt op ruim € 105,5 miljoen per jaar voor bedrijven en ruim € 26,5 miljoen en 18.000 uur aan tijdsbesteding per jaar voor burgers.

8.2. Handhaving

In 2002 heeft het Adviescollege toetsing administratieve lasten (Actal) bij zijn advies met betrekking tot het concept van het wetsvoorstel tot wijziging van hoofdstuk 18 van de Wm (Handhavingsstructuur) opgemerkt dat de huidige administratieve lasten voortkomend uit de handhaving van wet- en regelgeving fors zijn. Actal sprak de verwachting uit dat het genoemde wetsvoorstel een positieve bijdrage zou kunnen leveren aan de vermindering van de administratieve lasten en verwachtte daarbij dat die bijdrage groter zou worden naarmate de regeling breder, departements-overstijgend wordt opgezet en de samenwerking tussen centrale en decentrale overheden verder toeneemt. Deze ontwikkelingen hebben zich inmiddels met de introductie van de omgevingsvergunning en de in artikel 5.2, eerste lid, onder a, van de Wabo vervatte opdracht van integrale handhaving voltrokken. De belangrijkste oorzaak van de lastenverlichting kan gevonden worden in een verbeterde samenwerking en afstemming tussen de handhavingsorganisaties. Daardoor zullen bedrijven minder worden geconfronteerd met dubbele of niet op elkaar afgestemde handhavingsbezoeken. Organisatorische krachtenbundeling bij de diverse toezichthouders leidt tevens tot efficiënter toezicht dat ook voordeliger voor het bedrijfsleven is.

8.3 Bestuurlijke lasten

Dit besluit leidt niet tot een structurele verzwaring van de bestuurlijke lasten voor gemeenten, provincies, waterschappen en rijksdiensten. De verwachting is dat eerder sprake zal zijn van een vermindering van de bestuurlijke lasten doordat de verschillende overheden de hen ter beschikking staande personen en middelen efficiënter en doelmatiger zullen inzetten. Zo kan integratie van de diverse afdelingen die met vergunningverlening en handhaving zijn belast tot besparingen leiden. Tevens zal de inzet van ICT op termijn tot belangrijke besparingen kunnen leiden. VNG en VROM hebben afgesproken uit te gaan dat de direct toe te rekenen invoeringskosten voor de Wabo voor gemeenten € 62 miljoen zijn. In 2008 was afgesproken dat € 40 miljoen zou worden uitgekeerd in 2 fases (2008 en 2009) en dat het verschil van € 22 miljoen via het accres zou worden gedekt. In het financieel akkoord Rijk-VNG van 17 april 2009 is deze afspraak bijgesteld en is afgesproken dat het bedrag van € 62 miljoen geheel zal worden uitgekeerd aan de gemeenten. Gemeenten hebben reeds € 15 miljoen in 2008 uitgekeerd gekregen via het gemeente-fonds. De overige € 47 miljoen zal worden uitgekeerd via de meicirculaire 2009. Tevens is afgesproken dat het Ministerie van VROM zorg draagt voor de Wabo-opleiding voor 6000 gemeente- en provincieambtenaren. Ook zorgt het departement voor het ontwikkelen van het Omgevingsloket online, het ter beschikking stellen en het beheer ervan en worden een kennisplein en een helpdesk verzorgd. Met de UvW is afgesproken de bestuurlijke lasten te monitoren.