Bor 7

HOOFDSTUK 7. HANDHAVING

Artikel 7.1 Definitie bestuursorgaan

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder bestuursorgaan: bestuursorgaan
als bedoeld in artikel 5.3, tweede lid, van de wet.

Artikel 7.2 Handhavingsbeleid

1. Het bestuursorgaan stelt het handhavingsbeleid vast in een of meer
documenten waarin gemotiveerd wordt aangegeven welke doelen het
zichzelf stelt bij de handhaving en welke activiteiten het daartoe zal
uitvoeren. Het bestuursorgaan beziet regelmatig, maar in elk geval naar
aanleiding van de evaluatie, bedoeld in artikel 7.7, tweede lid, of dit beleid
moet worden aangepast en past het zonodig aan. Het bestuursorgaan
draagt er zorg voor dat dit beleid en het handhavingsbeleid van de andere
betrokken bestuursorganen en de organen die belast zijn met de
strafrechtelijke handhaving onderling worden afgestemd.

2. Het handhavingsbeleid is gebaseerd op een analyse van de
problemen die zich naar het oordeel van het bestuursorgaan kunnen
voordoen met betrekking tot de naleving van het bij of krachtens de
betrokken wetten bepaalde in de gevallen waarin de zorg voor de
handhaving daarvan aan hem is opgedragen.

3. Het handhavingsbeleid geeft inzicht in:
a. de prioriteitenstelling met betrekking tot de uitvoering van de
krachtens het eerste lid voorgenomen activiteiten;
b. de methodiek die het bestuursorgaan hanteert om te bepalen of de
krachtens het eerste lid gestelde doelen worden bereikt.

4. Het handhavingsbeleid geeft voorts inzicht in de strategie die het
bestuursorgaan hanteert met betrekking tot:
a. de wijze waarop het toezicht op de naleving van het bij of krachtens
de betrokken wetten bepaalde wordt uitgeoefend om de krachtens het
eerste lid gestelde doelen te bereiken;
b. de rapportage van de bevindingen van degenen die toezicht hebben
uitgeoefend en het vervolg dat aan die bevindingen wordt gegeven;
c. de wijze waarop bestuurlijke sancties alsmede de termijnen die bij het
geven en uitvoeren daarvan worden gehanteerd, en de strafrechtelijke
handhaving onderling worden afgestemd, en waarbij tevens aandacht
wordt besteed aan de aard van de geconstateerde overtredingen;
d. de wijze waarop het bestuursorgaan omgaat met overtredingen die
zijn begaan door of in naam van dat bestuursorgaan of van andere
organen behorende tot de overheid.

5. Het handhavingsbeleid geeft tevens inzicht in de afspraken die het
bestuursorgaan heeft gemaakt met de andere betrokken bestuursorganen
en de organen die belast zijn met de strafrechtelijke handhaving, over de
samenwerking bij en de afstemming van de werkzaamheden.

6. Burgemeester en wethouders maken het handhavingsbeleid bekend
aan de gemeenteraad. Gedeputeerde staten maken het handhavings-
beleid bekend aan provinciale staten.

Artikel 7.3 Uitvoeringsprogramma

1. Het bestuursorgaan werkt het handhavingsbeleid jaarlijks uit in een
uitvoeringsprogramma waarin wordt aangegeven welke van de voorge-
nomen activiteiten het bestuursorgaan het komende jaar uitvoert. Daarbij
houdt het bestuursorgaan rekening met de krachtens artikel 7.2, eerste lid,
gestelde doelen en de krachtens artikel 7.2, derde lid, onder a, gestelde
prioriteiten.

2. Het bestuursorgaan stemt het uitvoeringsprogramma af met de
andere betrokken bestuursorganen en de organen die belast zijn met de
strafrechtelijke handhaving.

3. Burgemeester en wethouders maken het uitvoeringsprogramma
bekend aan de gemeenteraad. Gedeputeerde staten maken het uitvoe-
ringsprogramma bekend aan provinciale staten.

Artikel 7.4 Uitvoeringsorganisatie

1. Het bestuursorgaan richt zijn organisatie zodanig in dat een adequate
en behoorlijke uitvoering van het handhavingsbeleid, bedoeld in artikel
7.2, en het uitvoeringsprogramma, bedoeld in artikel 7.3, gewaarborgd is.
Daartoe draagt het bestuursorgaan er in ieder geval zorg voor dat:
a. de personeelsformatie ten behoeve van de handhaving en de bij de
onderscheiden functies behorende taken, bevoegdheden en verantwoor-
delijkheden worden vastgelegd;
b. de personen die zijn belast met de voorbereiding van besluiten ten
aanzien van aanvragen om een omgevingsvergunning voor zover deze
betrekking hebben op activiteiten met betrekking tot een inrichting als
bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder e, van de wet of met de voorbe-
reiding van beslissingen als bedoeld in artikel 8.40a, derde lid, van de Wet
milieubeheer of het stellen van voorschriften als bedoeld in artikel 8.42,
eerste lid, van de Wet milieubeheer niet worden belast met:
1°. het toezicht op de naleving van het bij of krachtens de betrokken
wetten bepaalde met betrekking tot een inrichting, en
2°. het voorbereiden of uitvoeren van bestuurlijke sancties met
betrekking tot een inrichting;
c. een krachtens artikel 5.10 van de wet aangewezen ambtenaar niet
voortdurend feitelijk wordt belast met het uitoefenen van toezicht op de
naleving van het bij of krachtens de betrokken wetten bepaalde met
betrekking tot dezelfde inrichting;
d. de organisatie van het bestuursorgaan ook buiten de gebruikelijke
kantooruren bereikbaar en beschikbaar is.

2. Het bestuursorgaan draagt er tevens zorg voor dat:
a. een beschrijving van de werkprocessen, de procedures en de
bijbehorende informatievoorziening inzake het toezicht op de naleving
van het bij of krachtens de betrokken wetten bepaalde en het voorbe-
reiden, geven en uitvoeren van bestuurlijke sancties wordt vastgesteld;
b. de uit te voeren werkzaamheden plaatsvinden overeenkomstig deze
beschrijving.

Artikel 7.5 Borging van de middelen

Het bestuursorgaan draagt er zorg voor dat:
a. de voor het bereiken van de krachtens artikel 7.2, eerste lid, gestelde
doelen en de voor het uitvoeren van de in dat artikellid bedoelde
activiteiten benodigde en beschikbare financiële en personele middelen
inzichtelijk worden gemaakt en in de begroting worden gewaarborgd;
b. de wijze van berekening van de benodigde financiële en personele
middelen als bedoeld onder a, inzichtelijk wordt gemaakt;
c. voor de uitvoering van het uitvoeringsprogramma, bedoeld in artikel
7.3, eerste lid, voldoende benodigde financiële en personele middelen
beschikbaar zijn en dat deze middelen zonodig worden aangevuld of het
uitvoeringsprogramma zo nodig wordt aangepast.

Artikel 7.6 Monitoring

1. Het bestuursorgaan bewaakt met behulp van een geautomatiseerd
systeem de resultaten en de voortgang van:
a. de uitvoering van het uitvoeringsprogramma, bedoeld in artikel 7.3,
eerste lid;
b. het bereiken van de krachtens artikel 7.2, eerste lid, gestelde doelen.

2. In het systeem worden voorts in het kader van de handhaving
verkregen gegevens geregistreerd.

Artikel 7.7 Rapportage

1. Het bestuursorgaan rapporteert periodiek over:
a. het bereiken van de krachtens artikel 7.2, eerste lid, gestelde doelen;
b. de uitvoering van de voorgenomen activiteiten, bedoeld in artikel 7.2,
eerste lid, in verhouding tot de prioriteitenstelling, bedoeld in artikel 7.2,
derde lid, onder a;
c. de uitvoering van de afspraken, bedoeld in artikel 7.2, vijfde lid.

2. Het bestuursorgaan evalueert jaarlijks of de in het uitvoeringspro-
gramma, bedoeld in artikel 7.3, eerste lid, opgenomen activiteiten zijn
uitgevoerd en in hoeverre deze activiteiten hebben bijgedragen aan het
bereiken van de krachtens artikel 7.2, eerste lid, gestelde doelen.

3. Burgemeester en wethouders maken de rapportage, bedoeld in het
eerste lid, en het verslag van de evaluatie, bedoeld in het tweede lid,
bekend aan de gemeenteraad. Gedeputeerde staten maken de rapportage,
bedoeld in het eerste lid, en het verslag van de evaluatie, bedoeld in het
tweede lid, bekend aan provinciale staten.